Partager

Circulaire relative aux prestations de repassage

Partager

Version en français

Circulaire relative à la remise de titres-services dans le cadre d'activités de repassage en-dehors du domicile de l'utilisateur

Le Vice-Président du Gouvernement wallon, Ministre de l’Economie, de l’Industrie, de la Recherche, de l’Innovation, du numérique, de l’Emploi et de la Formation,

À tous les fonctionnaires chargés de l’exécution de la loi du 20 juillet 2001 visant à favoriser le développement de services et d’emplois de proximité (ci-après, « la loi ») et de l’arrêté royal du 12 décembre 2001 concernant les titres-services (ci-après, « l’arrêté royal ») ;

L’article 3, alinéa 1er, de la loi est libellé comme suit : « L’utilisateur, en vue de faire accomplir des prestations de travaux ou de services de proximité, remet un titre service par heure de travail accomplie à une entreprise agréée ».

Cette disposition implique notamment deux choses.

  • L’entreprise agréée ne peut se faire remettre de titre-service pour une prestation qui n’a pas encore été accomplie.

L’article 6, §4, de l’arrêté royal précise d’ailleurs que : « L’entreprise agréée refuse le ou les titres-services de l’utilisateur si les travaux et services de proximité ne sont pas encore effectués ».

L’employeur, son préposé, ou son mandataire qui ne se conforme pas à cette disposition commet une infraction pénale, laquelle est sanctionnée par l’article 10ter, §2, 1°, de la loi qui prévoit soit une amende pénale de 100 à 1.000 euros, soit une amende administrative de 50 à 500 euros.

  • L’entreprise agréée ne peut réclamer de titre-service pour une heure incomplète.

La jurisprudence indique que : « La circonstance qu’en cas d’heure partiellement accomplie, l’entreprise agréée doit rémunérer son personnel pour l’entièreté de ses prestations (y compris lorsque les heures sont incomplètes), n’enlève rien au fait qu’un titre ne peut être sollicité que pour une heure entièrement accomplie" (Cour du travail de Bruxelles, 26 février 2014, R.G. n°2012/AB/980, inédit.)

Afin d’une part de permettre une certaine souplesse dans la relation entre l’utilisateur et l’entreprise agréée, et d’autre part d’éviter à cette dernière de travailler à perte, l’article 6, §5, de l’arrêté royal ajoute que « L’entreprise agréée groupe des prestations de moins d’une heure pour le compte d’un seul utilisateur pour arriver à une heure de travail complète ».Il résulte de cette disposition que le nombre de titres-services remis est systématiquement arrondi à l’unité inférieure et que le reste est capitalisé jusqu’à ce qu’il atteigne une heure complète.

  • Cependant, dans le cadre des activités de repassage en dehors du domicile de l’utilisateur, il n’est pas aisé d’évaluer le temps nécessaire au repassage d’une manne de linge. Le repassage dure rarement un nombre pile d’heures. C’est pourquoi il doit être permis aux entreprises agréées d’arrondir le nombre de titres-services à l’unité supérieure à condition de remettre à l’utilisateur un bon qui est pris en compte lors de la prochaine visite et pour autant que l’entreprise ne se fasse pas avancer plus d’un titre-service par utilisateur. Lorsque ces conditions sont remplies, la législation et la réglementation doivent faire l’objet d’une application souple, de sorte que l’entreprise agréée ne soit pas sanctionnée.

Namur, le 9 juillet 2018

 

  Pierre-Yves JEHOLET


 

Cliquez ici pour obtenir la version PDF signée par le Ministre de l'Emploi de la circulaire repassage.

Version en néerlandais

Circulaire betreffende de verstrekking van dienstencheques voor strijkactiviteiten buiten de woning van de gebruiker

Devicepresident van de Waalse regering, minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologie, Werkgelegenheid en Opleiding,

Aan alle ambtenaren belast met de uitvoering van de wet van 20 juli 2001 betreffende de bevordering van de ontwikkeling van lokale diensten en banen (hierna "de wet" genoemd) en het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (hierna "het koninklijk besluit" genoemd);

Artikel 3, lid 1, van de wet luidt als volgt: "geeft de gebruiker, omlokale werken of diensten te laten uitvoeren, een dienstencheque voor elk uur werk aan een erkend bedrijf".

Deze bepaling houdt met name twee dingen in.

  • Het erkende bedrijf kan geen dienstencheque krijgen voor een dienst die nog niet is verleend.

Artikel 6, paragraaf 4 van het koninklijk besluit bepaalt ook dat: "de erkende onderneming de dienstencheque(s) van de gebruiker weigert (weigeren) indien de lokale werken en diensten nog niet zijn uitgevoerd".

Een werkgever, zijn personeelslid of zijn lasthebber die deze bepaling niet naleeft, pleegt een strafbaar feit dat strafbaar is op grond van artikel 10 ter, tweede lid, 1°, van de wet, dat voorziet in een strafrechtelijke boete van 100 tot 1000 euro, of een administratieve boete van 50 tot 500 euro.

  • Het erkende bedrijf kan geen aanspraak maken op een dienstencheque voor een onvolledig uur.

De jurisprudentie stelt dat: "Het feit dat in geval van een gedeeltelijk voltooid uur het erkende bedrijf zijn personeel moet vergoeden voor al zijn diensten (ook wanneer de uren onvolledig zijn) doet niets af aan het feit dat een titel slechts voor één volledig voltooid uur kan worden aangevraagd".

Om enerzijds een zekere flexibiliteit in de relatie tussen de gebruiker en de erkende onderneming toe te staan en anderzijds te vermijden dat deze laatste met verlies werkt, voegt artikel 6, § 5 van het koninklijk besluit toe dat "de erkende onderneming diensten van minder dan één uur groepeert voor rekening van één enkele gebruiker om tot een volledig arbeidsuur te komen".

Als gevolg van deze bepaling wordt het aantal uitgegeven dienstencheques stelselmatig naar beneden afgerond op de onderste eenheid en wordt de rest gekapitaliseerd tot een volledig uur.

  • Bij het strijken buitenshuis is het echter niet eenvoudig om de tijd die nodig is om een mandte strijken in te schatten. Het strijken duurt zelden een aantal uren.

Daarom moet het gemachtigde bedrijven worden toegestaan het aantal dienstencheques per eenheid naar boven af te ronden, op voorwaarde dat zij de gebruiker een voucher geven die bij het volgende bezoek in aanmerking wordt genomen en op voorwaarde dat het bedrijf niet meer dan één dienstencheque per gebruiker voorschiet.

Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, moet de wet-en regelgeving flexibel worden toegepast, zodat de gemachtigde onderneming niet wordt gestraft.